BACK IN THE USSR

Maandag 28 juli, Moskou

Het was gisterenavond een puinhoop op de luchthaven van Damascus. Een bonte stoet mensen probeerde zich urenlang door één deur te persen, waar één norse militair minutieus paspoorten en reisbescheiden controleerde. Er gingen vluchten naar Khartoum, Jeddah, Amman, Damman (?), Lanarca, Alp (?), Teheran en Moskou. Bestemmingen die een zeer divers gezelschap opleveren, mannen met tulbanden, theedoeken, petjes en kalotjes op hun hoofd. Sudanese vrouwen in kleurrijke gewaden, hun soortgenoten uit Teheran in stemmig zwart. Ouwe dikbuikige mannen in een witte jurk met een stoet vrouwen achter zich aan. Jankende kinderen, ordinaire Russische dellen. Het leek wel een dierentuin. Zo moet het er vroeger in de caravanserai ook uitgezien hebben. Eigenlijk is er weinig veranderd, alleen gaat het vervoer nu niet meer met kamelen. Nadat we de norse militair gepasseerd waren, begon het feest pas echt. De security check (2x), douane en het inchecken nam ruim twee uur in beslag. Daardoor vertrok er geen vliegtuig op tijd, ook het onze niet.

Vlucht Aeroflot 518 vertrekt tegen tweeën en vliegt in 3 uur en 40 minuten naar Moskou. De business class heeft geen stoelen waar je in zou kunnen slapen, dus staan we redelijk uitgewoond om 8 uur ’s morgens bij de receptie van Hotel Sovietsky, op de Leningradsky Prospekt in Moskou. Het hotel werd in 1952 op persoonlijk bevel van Joseph Stalin gesticht, speciaal om buitenlandse delegaties onder te brengen. Sinds die tijd is er weinig veranderd. Een enorme marmeren hal, overal levensgrote portretten van ex-presidenten van de Sovjet Unie en de ouwe rode Sovjet vlag met hamer en sikkel in top. Stalin had er zelf ook een appartement en dat is de suite die we gereserveerd hebben: ruim 160 vierkante meter groot, kantoor, eetkamer, slaapkamer, hal en een immense badkamer met jacuzzi. Het is meer de ruimte die indrukwekkend is dan het comfort. Hoe je ook je best doet, douchen levert een waterballet op, welke douche je ook neemt.

Ik besluit even gestrekt te gaan, Nina kruipt achter de computer, maar vóór de middag zijn we alweer op pad. Het regent en het is 15 graden, een welkome afwisseling van de hitte in het Midden Oosten. Ik wissel wat geld (€ 1 = 36 Roebel). In The Moscow News zien we dat ook hier een hoge hakken race is gehouden, dat Rusland en China hun grensgeschillen hebben opgelost, de Venezuelaanse president Chavez in Moskou is en dat er jaarlijks tientallen gevallen van malaria in de Russische hoofdstad voorkomen. We gaan met de metro naar het Kremlin. De metro in Moskou is een bezienswaardigheid, gebouwd onder het bewind van de man in wiens appartement we bivakkeren (het schept een band), diep onder de grond omdat de tweede wereldoorlog aanstaande was, prachtige marmeren stations met kroonluchters en roltrappen. Anno 2008 is het metronet 300 kilometer lang, zijn er 175 stations en maken dagelijks 9 miljoen Moskovieten er gebruik van. En de chipkaart werkt hier wél. Bij het Rode Plein aangekomen staat het Bolshoi theater in de steigers en is het mausoleum waar Lenin ligt opgebaard gesloten. Maar de Basilius Kathedraal is gelukkig geopend. De twee voorgaande keren dat ik in Moskou was, was dat niet het geval. Iedereen kent het gebouw met de uivormige torens, gedraaid als schuimpjes. Ook hier overtreft de werkelijkheid de beelden. Het ziet er prachtig uit, zowel van binnen als van buiten.

Hoezeer Moskou is veranderd sinds mijn vorige bezoek, zo’n 15 jaar geleden, is te zien in het GUM, een winkelcentrum dat bestaat uit een aantal parallellopende passages met glazen dak. Toen was het een vervallen zooi, waar nauwelijks een winkel open was. Het heeft een totale metamorfose ondergaan, het GUM is nu een winkelcentrum waar de P.C. Hooft wel 10 keer in past, zowel in kwanti- als in kwaliteit. Het is hier makkelijker een Gucci tasje of een blik kaviaar te kopen dan een tube tandpasta. We zoeken een boekenwinkel, maar opvallend weinig mensen spreken voldoende over de grens om ons daarbij te helpen. In de metro ontmoeten we een Amerikaan. Hij woont in Moskou, werkt bij Merrill Lynch en brengt ons naar een boekenwinkel een paar haltes verderop. En passant meldt hij dat het metrostation waar we zojuist uitkwamen een paar jaar geleden nog werd getroffen door een bomaanslag. We wandelen nog wat over straat, drinken een biertje en kakken een beetje in want we hebben de afgelopen nacht maar heel weinig geslapen.

vorige - volgende